Loopbaantrajecten hebben positieve effecten op vaardigheden, proactief loopbaangedrag, vitaliteit en inzetbaarheid van flexwerkers, mits op een juiste wijze ingericht.

Zo blijkt uit onderzoek van Meurs HRM en HR-bureau MeursWerkt.

Noodklok

Door de toegenomen behoefte aan flexibiliteit bij organisaties, wordt er een hogere mate van flexibiliteit en aanpassingsvermogen van werknemers vereist.

De zogeheten career adaptability moet ertoe leiden dat werknemers makkelijker van werk naar werk stromen. Dit vergt een continue investering in opleiding en ontwikkeling. Juist hierover luidt de AWVN de noodklok.

Volgens de AWVN is juist bij de groeiende groep flexwerkers en zelfstandigen, mede door het ontbreken van sociale zekerheid, een gebrek aan eigen initiatief op dit gebied. De onzekerheid over de eigen werksituatie en financiële risico’s leidt bij bij deze groep tot minder consumptieve bestedingen en investeringen in (bij)scholing.

Aanpassingsvermogen

De resultaten van recente onderzoeken laten consistent zien dat loopbaantrajecten positieve effecten hebben op de gevraagde flexibiliteit van werknemers. De wijze waarop het loopbaantraject is ingericht blijkt echter wel van doorslaggevend belang te zijn op de resultaten.

MeursHRM deed ruim twee jaar lang onderzoek naar de vraag hoe je het aanpassingsvermogen van werknemers zo goed mogelijk kunt beïnvloeden in het geval van veranderingen in het werk of de werkomstandigheden.

Zij concluderen dat de inzet van e-learning modules, een reeks vragenlijsten waarin zelfbewustzijn wordt gecreëerd over waar een werknemer staat in de arbeidsmarkt, een positieve bijdrage levert maar niet voldoende is. Goede begeleiding en gesprekken over de uitkomsten van de modules blijken doorslaggevend.

Significante effecten

Het onderzoek werd uitgezet onder een groep werknemers. De helft daarvan had toegang tot het gehele traject: een persoonlijk E-portfolio, een digitaal CV aangevuld met testen en vragenlijsten en een voor- en nameting van de Flexindex: een scherp zicht op de werknemers plaats op de arbeidsmarkt met daarbij persoonlijke begeleiding.

De andere helft (controlegroep) had alleen de voor- en nameting zonder tussentijdse rapportages en zonder persoonlijke begeleiding.

Tussen beide groepen werden significante verschillen vastgesteld. Bij de experimentele groep verbeterden zowel de vaardigheden als het proactief loopbaangedrag en de vitaliteit (roken en voeding) aanzienlijk.

Daarnaast zijn er significante effecten gevonden bij de acties die werknemers hebben genomen om hun duurzame inzetbaar te verbeteren.

Zelfstandigheid

Een persoonlijk ontwikkelingsplan is volgens MeursWerkt alleen is niet voldoende. Wat wel werkt is om mensen zoveel mogelijk zelfstandig te laten ontdekken wat ze kunnen, waar ze staan en waar ze goed in zijn.

De sleutel tot een succesvolle transitie is een goed ingericht loopbaantraject, inclusief goede begeleiding, nabespreking van de resultaten en vervolggesprekken.