Het van bovenaf aanpassen van de werkweek heeft geen effect op de verdeling van zorg tussen mannen en vrouwen.

Nederlanders geven de voorkeur aan een eigen arbeidstijd waar wetten of cao’s weinig invloed op lijken te hebben.

Dat staat in een essay van het Verwey-Jonker Instituut, geschreven in opdracht van het ministerie SZW.

De minister heeft in het Begrotingsakkoord 2014 beloofd te laten onderzoeken of en in hoeverre aanpassing van de arbeidstijd gunstige effecten heeft op de structurele werkgelegenheid.

Effect verwaarloosbaar

In het essay worden de mogelijke effecten besproken van het verlengen dan wel verkorten van de formele werkweek.

Hoewel veel werd verwacht met het oog op de m/v-verdeling van zorg, blijkt het effect in de praktijk waarschijnlijk verwaarloosbaar.

Met name vrouwen kiezen het vaakst voor deeltijdbanen. Dat dit hun economische zelfstandigheid niet ten goede komt, is voor hen minder belangrijk. In de praktijk gaan de zorgtaken voor.

Wel doorslaggevende factoren

Het blijkt dat andere factoren dan de (formele) werkweek bepalender zijn bij de verdeling van zorg tussen mannen en vrouwen.

Patronen tussen mannen en vrouwen, het feitelijk gekozen aantal uren dat men al werkt en zorgt, de bestaande balans tussen inkomen en zorg en de al ervaren mantelzorgverplichtingen hebben veel meer invloed op de omvang van het gekozen dienstverband.

Maatwerk

Het essay is op 23 april jl. besproken in het Algemeen Overleg Arbeidsmarktbeleid van de Tweede Kamer Kamercommissie voor SZW.

Het ministerie vindt het niet wenselijk om de wettelijke arbeidsduur aan te passen maar geeft de voorkeur aan maatwerk.

Bijvoorbeeld door het wetsvoorstel Modernisering regeling en verlof arbeidstijden dat werkgevers en werknemers flexibeler gebruik laat maken van verlofmogelijkheden en passende afspraken over arbeidsduur.

Dit vergroot de kans op mogelijkheden voor het combineren van arbeid en zorg.

Bron: Verwey-Jonker Instituut